Concepten en theorieën

Projectieve empathie: het pad naar emotionele integratie


Projectieve empathie en het pad naar emotionele integratie: hoe ik mezelf terugvond via herkenning in de ander


Wat als projectie niet alleen een afweermechanisme is, maar ook een sleutel tot herstel? In dit artikel beschrijf ik hoe ik mijn theorie over projectieve empathie ontwikkelde – niet als abstract model, maar als antwoord op het diepe gevoel van vervreemding van mezelf. Een zoektocht naar verloren delen, via de ander.


1. Het kwijt zijn van mezelf

Steeds meer voelde ik me afgesneden van mijn emoties, herinneringen, en eigenschappen. Alsof ik alleen nog maar bestond als een soort waarnemend bewustzijn, terwijl mijn levendigheid, kwetsbaarheid en creativiteit ergens ondergronds waren geraakt. Ik functioneerde, maar voelde me leeg.


Ik herkende mezelf in niks en niemand. Niets leek écht over mij te gaan. Wat er nog aan eigenschappen overbleef, voelde leeg of geforceerd: een façade die me overeind hield, maar geen bodem had. De rest – alles wat ooit betekenis had – leek verdwenen of afgekeurd. Ik wist niet meer wat ik wilde, voelde, dacht, of leuk vond. Alsof ik ergens onderweg was afgehaakt en nu van buiten toekeek.


2. De ontdekking van projectie als richtingaanwijzer

Op een dag besloot ik: ik moet op zoek naar mijn schaduw. Maar waar vind je die eigenlijk? Waar verstoppen delen van jezelf zich, als ze zich afgewezen, weggeduwd of vergeten voelen? Delen die je nog te pijnlijk of ingewikkeld vindt om bewust te ervaren?

Inderdaad, geprojecteerd op anderen. Het begint vaak met kleine ergernissen – mensen die net iets te goed raken aan iets in jezelf. Maar bij mij zat het dieper.

Het inzicht kwam niet ineens, maar het drong zich op toen ik merkte dat ik zelfs zó goed was in projecteren, dat mijn brein een heel persoon – mijn overleden partner – probeerde te projecteren op een nieuwe partner. Alsof ik hem terug probeerde te toveren in een ander lichaam, met dezelfde toon, dezelfde stiltes, dezelfde gevoeligheden. Geen handige zet. En zeker niet eerlijk naar die ander toe.

Maar het was ook verhelderend. Ik begon te zien wat ik zó graag terug wilde. Niet per se de persoon, maar de delen van mezelf die met hem verbonden waren: mijn liefdevolle kant, mijn diepe verbinding, mijn hoop, mijn kwetsbaarheid.

En die probeerde ik nu weer op te roepen, buiten mezelf, in iemand anders.

Toen ik dat eenmaal doorhad, werd projectie iets fascinerends. Iets dat ik niet langer alleen als afweer beschouwde, maar als richtingaanwijzer. Een uitnodiging. Wat ik buiten mezelf plaatste, kon me iets vertellen over wat ik binnen nog niet kon voelen, of nog niet durfde dragen.

Ik ging me erin verdiepen. In hoe projectie werkt. In hoe het zich uit in het alledaagse. In hoe het soms leidt tot afwijzing en conflict, maar óók tot verbinding, als je er met nieuwsgierigheid naar kijkt.

Langzaam begon zich een model af te tekenen. Als een routekaart van mijn innerlijke reis naar integratie, van mijn herstel. Zes stappen die me hielpen begrijpen wat er gebeurde – in mij, tussen mij en anderen, en in mijn herstelproces.


3. De ander als spiegel: herkenning en activering

Wat me hielp om verder te gaan, was niet introspectie, maar ontmoeting. Met anderen.

Een belangrijk anker werd de herstelacademie, waar ik verschillende cursussen volgde en met talloze mensen in gesprek raakte. Soms in groepjes, soms één-op-één, soms gewoon in de wandelgangen. Ik luisterde. Heel veel. En al was ik zelf nog nauwelijks in staat om te vertellen – hier en daar liet ik kleine flarden van mezelf zien. Een gedachte, een gevoel, een halfzinnetje.

Telkens dacht ik dat wat ik deelde onbelangrijk was. Gezeur. Onzin. Nietszeggend. Ik was ervan overtuigd dat anderen het niet zouden begrijpen, dat ik te veel, te vaag, of te anders was.

Tot mijn verbazing gebeurde iets anders. Niet alleen vond ík herkenning in wat anderen vertelden – wat vaak diepe snaren raakte – maar zij herkenden zich soms ook in míjn woorden. Zelfs die flarden. Dat raakte me. Iets in mij werd wakker.

Voorzichtig durfde ik iets meer van mezelf te laten zien. Niet ineens, maar stapje voor stapje, beetje bij beetje. Elke keer dat ik geraakt werd door het verhaal van een ander, voelde ik hoe een afgestoten deel in mij zachtjes begon te bewegen. Alsof het zich herinnerde dat het bestond. Dat het er mocht zijn.

Deze ontmoetingen waren meer dan ‘herkenning’. Ze activeerden iets. Ze lieten me zien dat wat ik in de ander projecteerde – kwetsbaarheid, boosheid, kracht, zachtheid – misschien ook van míj was. Maar dan verstopt, onder lagen schaamte, angst of zelfkritiek.

Zo ontdekte ik dat projectie niet alleen iets is wat mensen doen uit defensie, maar ook iets dat ons verbindt. Een richtingaanwijzer. Een mogelijkheid tot herstel.


4. Het model van projectieve empathie: vier stappen naar emotionele integratie

Langzaam, al schrijvend, denkend, pratend, begon zich een model af te tekenen. Geen harde theorie, maar iets dat opkwam op momenten dat ik geraakt werd. Als een patroon dat zich herhaalde in hoe ik mezelf weer tegenkwam, via de ander. Een proces dat ik later projectieve empathie ben gaan noemen.

Het model bestaat uit vier stappen. Vier bewegingen die je telkens opnieuw kunt doorlopen. Soms razendsnel, soms traag en pijnlijk. En soms raak je ergens halverwege verstrikt. Maar juist dát maakt het waardevol: het geeft houvast zonder iets dicht te timmeren.


Stap 1: Projectie – wat je niet kunt voelen, leg je buiten jezelf
Dit gebeurt meestal automatisch. Een gevoel, eigenschap of verlangen dat je zelf (nog) niet kunt dragen, wordt buiten jezelf geplaatst. Je ziet het in een ander. Soms met bewondering, soms met irritatie of zelfs afkeer.

Ik merkte bijvoorbeeld dat ik anderen soms intens kon bewonderen om iets wat ik ooit zelf had – of ooit wilde hebben. Creativiteit, scherpte, gevoeligheid. En soms irriteerde iemand me mateloos, zonder duidelijke reden. Dan bleek diegene onbewust iets in mij aan te raken wat ik had afgewezen of kwijtgeraakt.

Projectie is niet alleen een afweermechanisme, ontdekte ik. Het is óók een spiegel. En soms een roep om herstel.


Stap 2: Herkenning – de keuze om te zien: dit gaat ook over mij
Dit is het kantelpunt. Het moment waarop je kunt zeggen: wacht eens even… wat als dit iets in mij raakt? Wat als datgene wat ik zo bewonder of veroordeel, niet alleen iets over die ander zegt – maar óók over mij?

Deze stap bleek voor mij essentieel. Alles draaide om de keuze die je hier maakt.
Je kunt ervoor weglopen, het projecteren blijven herhalen, anderen blijven veroordelen of idealiseren. Of je kunt je omdraaien en zeggen: ik wil weten waarom dit me zo raakt.

Dat verschil is enorm. Het maakt het verschil tussen ongezond gedrag – zoals negeren, pesten, afwijzen, overnemen of kleineren – en gezond gedrag dat gericht is op verbinding, herkenning en diepe emotionele empathie.

Herkenning vraagt moed. Want wat je herkent is vaak precies dát wat je jarenlang niet wilde zien.


Stap 3: Compassievol terugnemen – wat buiten je lag, mag terugkomen
Deze stap is voor mij misschien wel de meest langdurige geweest. Ik heb me er bijna een jaar op gefocust. Niet per se als taak, maar omdat ik voelde dat hier iets te doen was.

Het ging om terugnemen. Maar niet als ‘schuldig zijn’. Terugnemen betekende voor mij: met zachtheid erkennen dat dit deel, deze emotie, deze eigenschap óók van mij is. Dat het niet fout was, maar misschien te veel was, of te vroeg, of te ongezien gebleven.

Het vroeg mildheid, tijd, soms eindeloos veel herhaling. Soms ook schaamte, rouw, en het gevoel dat ik uit elkaar viel. Maar ook momenten van thuiskomen, van herkenning, van innerlijke helderheid.

Ik begon te begrijpen waarom ik sommige delen ooit had afgestaan. En waarom ze nu voorzichtig terug wilden komen.


Stap 4: Zelf dragen en uiten – het gevoel echt toe-eigenen en belichamen
Toen ik dacht: nu heb ik het wel aardig in de vingers, merkte ik dat er nog iets miste.
Ik kon inmiddels voelen, herkennen, terugnemen… maar veel bleef binnenin. Er was nog weinig beweging naar buiten.

Alsof ik alles heel zorgvuldig intern verwerkte, maar niet leefde. Alsof de wereld het nog steeds niet mocht zien.

Deze vierde stap is waar ik nu ben. Het gaat over belichamen. Over uiten. Over spreken vanuit het gevoel, niet alleen over het gevoel. Over durven bestaan, mét datgene wat ik eerst in de ander moest projecteren.

Hierin zit de grootste kwetsbaarheid. Maar misschien ook de grootste vrijheid.


Stap 5: Getuigenis – De Ander die Blijft
Deze stap heb ik enkele maanden later aan het model toegevoegd, toen ik er zelf aan toe was.
Doordat ik mijn verdrongen delen inmiddels heb kunnen integreren en het me steeds beter lukt om ze ook te uiten, kan ik nu aanwezig zijn bij het proces van een ander.
Niet meer vanuit projectie of oude pijn, maar vanuit aanwezigheid.


Een blik die blijft. Een ademtocht die zegt: ik zie je, en ik blijf.


Stap 6: Teruggave – De Kunst van Loslaten
Ik merkte dat ik mij eigenschappen had eigengemaakt die eigenlijk niet bij mij horen. Ik besloot ze terug te geven aan degene van wie ik ze ooit had overgenomen. Wat niet van mij is, hoeft niet langer door mij gedragen te worden. Ik voelde hoe dit niet alleen mezelf rust gaf, maar dat ook de relatie daarna eerlijker en lichter aanvoelde.

Teruggave betekent niet dat je afstand neemt van de ander, maar dat je jezelf weer toestaat om heel te zijn zonder ballast.
Je laat los wat niet van jou is, en houdt vast wat werkelijk bij jou hoort: je eigen stem, je eigen kracht, je eigen waarheid.

Daarin ligt de vrijheid van heling: niet in het verzamelen van alles, maar in het terugvinden van wat echt van jou is.


5. De essentie, kracht en belofte van projectieve empathie

Nu het model staat, wil ik nog één keer terugkeren naar de kern. Naar wat deze vier stappen in wezen betekenen, en waarom ze voor mij zo belangrijk zijn geworden – niet alleen als denkmodel, maar als manier van leven.

De essentie van elke stap

Stap 1: Projectie
Wat je (nog) niet kunt voelen of verdragen, schuif je naar buiten. Het verschijnt in een ander. Onbewust, automatisch, maar nooit zomaar. Projectie laat zien waar iets in jou om aandacht vraagt.

Stap 2: Herkenning
Hier gebeurt het echte keerpunt. Je kunt kiezen om te blijven herhalen wat je kent, of om stil te staan en je af te vragen: gaat dit misschien ook over mij? Dit is de splitsing. De keuze die je hier maakt, bepaalt of projectie eindigt in afstand en verharding, of juist leidt tot empathie, verbinding en innerlijke groei.
Dáárom heet het model projectieve empathie.

Stap 3: Compassievol terugnemen
Wat buiten je lag, mag terugkomen. Niet als last, maar als deel van jezelf. Je leert het omarmen – met zachtheid, geduld en soms met tranen. Je herinnert je waarom je dit deel ooit hebt afgestaan, en waarom het nu weer mag terugkeren.

Stap 4: Zelf dragen en uiten
De beweging gaat verder dan alleen voelen of begrijpen. Dit is de stap waarin je de emotie, eigenschap of ervaring leert dragen en ermee leert leven. Niet alleen vanbinnen, maar ook in contact met anderen. Zichtbaar. Belichaamd. Echt.

Stap 5: Getuigenis – De Ander die Blijft
Soms hoeft een emotie niet geanalyseerd of opgelost te worden. Soms vraagt ze alleen om bestaansrecht in de aanwezigheid van een ander. Een blik die blijft. Een ademtocht die zegt: ik zie je, en ik blijf.
Hier wordt de wond niet geheeld door ingrijpen, maar door samen te zijn.

Stap 6: Teruggave – De Kunst van Loslaten
Niet alles wat wij dragen, is van ons. In het proces leren we ook om projecties terug te geven die niet bij ons horen. Wat niet van jou is, mag je laten rusten. Heling is niet het verzamelen van alles, maar het behouden van wat werkelijk van jou is.

De helende potentie

Dit model opent de deur naar heling. Het reikt je een manier aan om contact te maken met de delen van jezelf die ooit zijn buitengesloten: te kwetsbaar, te boos, te wild, te zacht, te veel.

Door ze te herkennen in de ander, ontstaat de kans om ze opnieuw toe te laten. Niet alleen in theorie, maar in het voelen, spreken, bestaan.

De delen die je eerder moest verstoppen, blijken vaak de bron van je creativiteit, je kracht of je liefde. Wat ooit te heftig was om te dragen, wordt juist de kern van je menselijkheid.


De voortdurende reis

Ik bevind me nog steeds op dit pad. Vooral in stap 4.

Ik oefen in uitspreken, laten zien, delen. Niet als perfect eindpunt, maar als levende praktijk.

Soms lukt dat. Soms voel ik me terugvallen. Maar steeds weer ervaar ik: hoe meer ik mezelf toesta om heel te zijn – mét alle tegenstrijdigheden – hoe meer ruimte er komt. Voor verbinding. Voor helderheid. Voor rust.

Het is geen rechte weg. Het is een cirkel, een golf, een dans. Maar wel een weg die klopt.


Waar empathie begint

Projectieve empathie vraagt moed. De moed om te kijken naar wat je liever niet voelt. Om jezelf te ontmoeten op de plekken waar je jezelf ooit bent kwijtgeraakt.

Maar wie die ontmoeting aangaat, wordt langzaam heel. Niet door zichzelf te repareren, maar door zichzelf weer toe te laten. Want echte empathie ontstaat niet ondanks onze projecties, maar juist via de weg erdoorheen.

En als je leert kiezen voor herkenning in plaats van veroordeling – dan ontdek je misschien wel het mooiste: dat je jezelf niet hoeft te verliezen om de ander te zien.


Hi, I’m Nicole Geene

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *