Overlevingsstaat en het Verlies van Verbinding

Er zijn momenten waarop de psyche terugvalt op een oude logica. De wereld krimpt. De randen van het bewustzijn worden smal. Je merkt dat je anderen niet meer goed kunt aanvoelen, alsof hun innerlijke wereld op afstand staat. Het heden wordt vlak en stil, bijna alsof er een dunne laag glas tussen jou en de werkelijkheid ligt. Wie dit heeft ervaren weet hoe ontregelend deze toestand is. Je bent niet weg, maar ook niet volledig aanwezig.

Het is de staat waarin het zenuwstelsel niet langer functioneert als dat van een zoogdier, maar terugschakelt naar iets primairs. De Polyvagaal Theorie van Stephen Porges beschrijft dit als een verschuiving van sociale betrokkenheid naar zuivere bescherming. In mijn model van vervreemding noem ik dit de bodem, een laag waarin verbinding met jezelf en met anderen tijdelijk niet meer mogelijk is.


De Overlevingsstaat als Systeemreactie

De overlevingsstaat is geen emotie maar een toestand van het hele organisme. Het lichaam kiest voor veiligheid. De functies die horen bij zoogdieren, zoals sociale afstemming, emotionele regulatie en het zoeken van nabijheid, worden op dat moment onderbroken. Het reptielenbrein, zoals Paul MacLean het beschreef, neemt de leiding.

In deze toestand vallen empathie en relationele openheid weg. Het hechtingssysteem is niet actief. De gedachtewereld voelt onwerkelijk en het zelf voelt afgevlakt. Dit is uitgebreid beschreven binnen de traumaliteratuur, onder meer door Bessel van der Kolk, die laat zien hoe stress en ontregeling de ervaring van tijd, ruimte en identiteit kunnen vervormen.


Waarnemerschap binnen Ontregeling

Toch is er een belangrijk verschil in hoe mensen zich tot deze staat verhouden. Sommige personen worden volledig meegesleurd, terwijl anderen toegang houden tot een minimale vorm van bewustzijn die hun eigen ontregeling kan observeren.

Deze positie wordt in de psychodynamiek het observerende ego genoemd. In traumagerichte literatuur wordt het benaderd als een reflectieve capaciteit die het zenuwstelsel niet volledig uitschakelt. Ogden en Van der Hart beschrijven dit als een vermogen om een deel van het bewustzijn te behouden terwijl andere delen ontregelen.

Dit waarnemerschap maakt een groot verschil. Het voorkomt dat iemand volledig samenvalt met de overlevingsreactie. Het maakt het mogelijk om te herkennen wat het systeem doet en waarom. Hierdoor blijft er een weg terug naar regulatie.


Drie Posities ten Opzichte van de Bodem

1. De tijdelijke verzakking

Bij veel mensen die trauma ervaren is deze ontregeling episodisch. Ze zakken tijdelijk weg in de bodem van vervreemding maar keren na verloop van tijd terug naar sociale betrokkenheid en relationele afstemming. Het systeem herstelt zich wanneer de dreiging afneemt. Dit past bij het natuurlijke pendelen tussen ontregeling en regulatie dat in traumawerk vaak wordt beschreven.

2. De permanente overlevingsstructuur

Bij onder andere narcistische persoonlijkheidsstructuren blijft het systeem langdurig in deze archaïsche staat functioneren. Niet door kwaadwillendheid maar door een ontwikkelingstraject waarin reflectie en verbinding te pijnlijk werden. Zoals beschreven door Kernberg en Millon kan deze persoonlijkheidsorganisatie gevangen raken in een oude overlevingslogica die nooit meer volledig wordt verlaten. Sociale betrokkenheid voelt onveilig en empathie blijft niet beschikbaar omdat hun interne beschermingssysteem de regie permanent heeft overgenomen en het zenuwstelsel niet meer naar die toestand terugkeert.

3. Het waarnemerschap dat blijft functioneren

Een derde groep behoudt toegang tot een reflectieve positie, zelfs in ontregeling. Deze personen voelen dat empathie wegvalt en dat de wereld vernauwt, maar kunnen dit tegelijk bewust opmerken. Die capaciteit maakt herstel aanzienlijk beter mogelijk, omdat het bewustzijn niet volledig samensmelt met de fysiologische reactie. Het is een metapositie die helpt om structuur te bewaren terwijl het systeem onder druk staat.


De Bodem als Plaats van Inzicht

Hoewel deze laag intens en ontregelend is, kan zij waardevolle informatie bevatten over de architectuur van het zenuwstelsel. Wanneer waarnemerschap aanwezig blijft, wordt zichtbaar hoe verbinding wegvalt, hoe het lichaam reageert en hoe de psyche probeert te beschermen. Winnicott beschreef dat het zelf soms het duidelijkst zichtbaar wordt op momenten waarop steun ontbreekt. In deze laag zien we het fundament van die gedachte terug.

Herstel begint bij het herkennen van deze archaïsche logica en het begrijpen van de beweging tussen bescherming en verbinding. Wie deze laag kan observeren zonder erin vast te lopen, kan zich opnieuw openen voor regulatie en relatie. Dit is de kern van de weg van vervreemding naar verbinding.


En daarmee opent zich een nieuwe vraag

Een vraag die ik in een volgend artikel wil onderzoeken:

Wat maakt dat sommige mensen in dezelfde diepe overlevingsstaat belanden, maar toch kunnen observeren wat er gebeurt terwijl anderen volledig samenvallen met die staat?


Literatuur

Bessel van der KolkThe Body Keeps the Score
Stephen PorgesThe Polyvagal Theory
Paul MacLeanThe Triune Brain in Evolution
Donald WinnicottThe Maturational Processes and the Facilitating Environment
Otto Kernberg en Theodore Millon — werken over persoonlijkheidsorganisatie
Pat Ogden, Onno van der Hart en Ellert NijenhuisThe Haunted Self

Hi, I’m Nicole Geene

One Comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *